Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het Project TBTOP is een samenwerkingsproject tussen onderwijsinstellingen voor VMBO, MBO en HBO om het techniek onderwijs samen met bedrijven in de regio aantrekkelijker te maken voor studenten, docenten en bedrijfsleven. Dit wil men realiseren door meer praktijknabij onderwijs te ontwikkelen. Ook wil men de vak-disciplinaire visie op het beroep verbreden en studenten kennis laten maken met doorstroommogelijkheden in studie en beroep. Een groep projectleiders uit de verschillende onderwijsinstellingen draagt zorg voor de voortgang van de vernieuwingsprocessen en verankering in het onderwijs. De betrokkenen hebben samenwerking in een nieuwe context ervaren namelijk samenwerking met de beroepspraktijk, samenwerking met andere vakdisciplines en samenwerking met andere onderwijsinstellingen (en dus onderwijsniveaus). Het samenwerken aan praktijkopdrachten in multidisciplinaire TOPteams is een nieuw proces geweest voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces heeft, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang gezet. Groepen docenten zijn getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. Hiermee hebben de betrokkenen zich geprofessionaliseerd. In de film die gemaakt is naar aanleiding van dit project, vertellen betrokkenen hun ervaringen binnen de nieuwe samenwerkingsvormen. De film is interactief en op verschillende momenten in te stappen. Bijlages bij de Eindrapportage: 1: Onderzoeksrapport Toekomst Bestendig Techniek Onderwijs Parkstad. 2: Leerwerkbedrijf de Wijk van Morgen, opgeleverd ?! 3: Verslag TOPgroep "Integraal Ontwerp" Mbo-breed. 4: Handboek Community for Development Bio Based Building. 5: GroeneBoord ; een ontwikkelproject voor seriematige woningbouw.
MULTIFILE
Om concreet te maken wat er precies verandert in de techniek en wat dat betekent voor de competenties die technici in de toekomst nodig hebben, riepen wij de hulp in van werkgevers in de techniek. Technische bedrijven maken de opkomst van de Smart Industry en/of daaraan verwante ontwikkelingen ten slotte van dichtbij mee, als ze die niet al zelf vormgeven. Om een idee te krijgen van de competenties die van belang zouden zijn, hebben wij onderzoek gedaan onder 236 werkgevers in de technische sector. Wij bevroegen ze uitgebreid over de kennis, vaardigheden en houdingsaspecten (competenties) die ze onontbeerlijk achten voor technici die tussen nu en vijf jaar afstuderen. Wij stelden ze daarbij de vraag om zowel op huidige én toekomstige werksituaties te reflecteren, rekening houdend met technologische ontwikkelingen in hun werkveld. Na de introductie in Hoofdstuk 1, duikt Hoofdstuk 2 allereerst in de belangrijkste veranderingen in werk in de technische sector, volgens de door ons ondervraagde werkgevers. Hoofdstuk drie gaat vervolgens in op de gevolgen van deze veranderingen: welke competenties hebben werknemers van de toekomst hierdoor nodig? Het vierde hoofdstuk neemt je mee naar de werkvloer. We maken kennis met technici van de toekomst door een achttal portretten van werknemers die al (deels) over de benodigde competenties bezitten. Hoofdstuk vijf bevat een interview met innovatiedeskundige en wetenschapper Janina den Hertog waarin zij vertelt hoe bedrijven technici van de toekomst kunnen enthousiasmeren om te blijven vernieuwen. Het zesde en laatste hoofdstuk bespreekt ten slotte de belangrijkste bevindingen van ons onderzoek. Daarnaast bevat het concrete tips voor zowel (aankomende) technici, als werkgevers en docenten om zoveel mogelijk ‘toekomstproof’ te worden. Het boekje wordt afgesloten met een praktisch voorbeeld hoe het in de praktijk werkt: Smart Industry vereist Smart HRM!
MULTIFILE
Buildings need to be carefully operated and maintained for optimum health, comfort, energy performance, and utility costs. The increasing use of Machine Learning combined with Big Data in the building services sector has shown the potential to bring energy efficiency and cost-effectiveness. Therefore, upskilling and reskilling the current workforce is required to realize new possibilities. In addition, sharing and preserving knowledge are also required for the sustainable growth of professionals and companies. This formed the basis for the Dutch Research Council funded TransAct project. To increase access to education on the job, online learning is experiencing phenomenal growth. A study was conducted with two focus groups - professionals of a building service company and university researchers - to understand the existing challenges and the ways to improve knowledge sharing and upskilling through learning on the job. This study introduced an Enterprise Social Network platform that connects members and may facilitate knowledge sharing. As a community forum, Yammer from office 365 was used. For hosting project files, a SharePoint page was created. For online courses, the company’s online learning site was utilized. The log data from the online tools were analysed, semi-structured interviews and webinars were conducted and feedback was collected with google forms. Incentive models like social recognition and innovative project results were used to motivate the professionals for online activities. This paper distinguishes the impacts of initiatives on the behaviour of university researchers vs company employees.
Studenten van diverse opleidingen ontwerpen en bouwen een klimaatvriendelijk huis, onder begeleiding van coaches, onderzoekers en met steun van een groot scala aan sponsors. Met dit huis doen ze mee aan de wereldwijde Solar Decathlon wedstrijd.Doel De bouw staat voor verschillende uitdagingen: er is woningnood, klimaatvriendelijk wonen wordt steeds belangrijker en de stikstofcrisis vraagt om innovatie van het bouwproces. Hogeschool Utrecht leidt toekomstige professionals op, die met een vernieuwende blik naar hun vakgebied kijken en oplossingen bedenken. In dit project onderzoeken studenten, onder begeleiding van coaches en onderzoekers en met hulp van partners uit de bouw- en installatiebranche het effect van vernieuwende bouw- en installatietechnieken, in een huis dat ze zelf ontworpen en gebouwd hebben. Resultaten Het Celciushuis doet in april mee aan de finale van de Solar Decathlon-wedstrijd. Daarna krijgt het een plek in het Hoefkwartier in Amersfoort. Het Hoefkwartier is een kantorenwijk met onderwijsinstellingen, die de komende jaren transformeert tot een stadswijk waar wonen wordt gecombineerd met werken, leren en ontspannen. Het Celciushuis functioneert daar als een innovatiewerkplaats waar bewoners van het Hoefkwartier, bedrijven, studenten, onderzoekers kunnen leren, werken en onderzoeken. Looptijd 01 juli 2018 - 01 april 2021 Nieuws Aanpak Het studententeam van het Celciushuis heeft de regie over het project, en wordt daarin begeleid door docent-coaches van Hogeschool Utrecht en ondersteund door partnerbedrijven, met kennis en materialen. Het team bestaat niet alleen uit studenten van diverse HU-opleidingen, maar ook mbo-studenten zijn integraal onderdeel van het team. De inspanningen van studenten worden gematcht met de leerdoelen binnen hun studie, waardoor dit project onderdeel is van hun studie.Het team houdt zich voor de Solar Decathlon onder andere bezig met: Het ontwerp van het huis De constructie en bouw Een marktanalyse Een onderbouwing van de duurzaamheid (op gebied van levensduur, op gebied van milieu en op gebied van het opwekken en het verbruik van energie) De beleving van bewoners Het comfort en leefklimaat
De overgang naar een gasvrije gebouwde omgeving is een belangrijke doelstelling van de energietransitie. Daartoe wordt veel onderzoek gedaan naar het potentieel van lage-temperatuur verwarmingssystemen in bestaande woningen, zoals warmtepompen. Het zal echter nog even duren voordat alle bestaande CV-installaties zijn vervangen. Daarom blijven korte termijn besparingen door aanpassingen aan bestaande CV-installaties belangrijk, zoals door verlaging van de aanvoertemperatuur en waterzijdig inregelen. Veel verwarmingsinstallaties zijn namelijk overgedimensioneerd nadat veel woningen zijn nageïsoleerd. Echter kwantitatief inzicht in de daadwerkelijke besparingen die zonder comfortverlies te realiseren zijn ontbreekt nog. Ruwe schattingen variëren van 2 tot 7%. Daartoe zijn theoretische analyses niet voldoende en is empirisch onderzoek is noodzakelijk. Ook blijkt dat weinig woningeigenaren hiervan op de hoogte zijn en dat installateurs nog zelden deze diensten aanbieden of de klant hierop attenderen. Het energieadviesbureau Energiepaleis (MKB), TVVL (Kennisplatform installatietechniek), FedEC (beroepsvereniging energieadviseur) en MilieuCentraal (consumentenvoorlichting) hebben daarom de HvA gevraagd om onderzoek te doen ter onderbouwing van de kennisoverdracht naar de praktijk, de dienstverlening en verdienmodellen van installateurs en energie-adviseurs en ter versterking van de consumentenvoorlichting. Het laatste zal de vraag naar dienstverlening vergroten. De onderzoeksvragen zijn betrekking op: 1) kwantitatieve besparing; 2) comfortaspecten; 3) verdienmodellen voor dienstverlening; en 4) kennislacunes en hoe deze aan te pakken. Klankbordgroepen van installatiebedrijven en energie-adviseurs zullen betrokken worden bij uitvoering en resultaten van het onderzoek. TVVL en FedEC zullen haar kennis- en leerkanalen inzetten. Het KIEM onderzoek zal samenwerken met het lopende empirische onderzoek naar lage-temperatuur verwarmingssystemen. Dit onderzoek valt binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid: het betreft de ontsluiting van een significante energiebesparingsoptie; het versterkt de valorisatie van innovatie door het ondersteunen van nieuwe dienstverlening door de installatie- en adviessector; en tenslotte de beroepspraktijk en de consumentenorganisaties (de klanten) werken samen aan een gemeenschappelijke vraagstelling.
Het Future Factory consortium, waar lectoraat Nieuwe Energie in de Stad onderdeel van is, bestaat uit ervaren partijen die zich realiseren dat de 200.000 woningrenovaties per jaar die in het klimaatakkoord beoogt worden een enorme innovatie opgave met zich mee brengt. Het consortium bevat de meest succesvolle producenten/leveranciers van diepe renovatie proposities in Nederland, die weten wat het betekent om te industrialiseren en te digitaliseren. Doel Het doel van de Future Factory is jaarlijks (vanaf 2025) 25.000 renovaties leveren die passen op 40% van woningen in Nederland. De renovatie proposities zijn zowel voor de particuliere eigenaren als verhuurders beschikbaar via op hen afgestemde lever- en saleskanalen. De renovatie behelst een combinatie van betaalbare isolatiesystemen en fossielvrije energiesystemen. Resultaten Creëren van tenminste twee productiefaciliteiten, binnen beoogde looptijd van 5 jaar, voor de productie van renovatiepakketten voor ca. 5.000 woningrenovaties per jaar; met significante verbeteringen in kwaliteit en kostprijs. Ontwikkelen van een productiefaciliteit voor het produceren van dak en gevelelementen met daarin geïntegreerde energiesystemen met een capaciteit van 25.000 woningrenovaties per jaar, voor woningen die typologisch veel voorkomen (ca. 3,5 miljoen woningen in Nederland). Er zal bijgedragen worden aan het verbeteren van marktcondities, zodat consumenten een aantrekkelijk product krijgen welke ze via begrijpelijke en aantrekkelijke verkoopkanalen kunnen aanschaffen, binnen passende regelgevende kaders. Looptijd 01 januari 2020 - 31 januari 2024 Aanpak Het consortium ontwikkelt vanuit een programmatische aanpak de Future Factory, waar het lectoraat onderzoek doet voor de partners ten behoeve van het behalen van de doelstellingen. Met onze ruime ervaring ontwikkelen wij samen met de bedrijven integrale totaaloplossingen en bouwdelen voor de renovatiemarkt. We maken hierbij gebruik van onze expertise op het gebied van: Installatietechniek Bouwkunde Productie en uitvoeringstechniek ICT De Utrechtse aanpak De Hogeschool Utrecht experimenteert hier met een verdere doorontwikkeling van het interdisciplinair onderwijs. In het bijzonder zal Embedded Design Research (EDR) worden onderzocht om de verbinding concreet te maken tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven op de thema’s van Future Factory. EDR houdt concreet in dat onderzoekers en studenten samen bij bedrijven participeren in het creëren van oplossingen/inzichten. Studenten en onderzoekers haken in op lopende ontwikkelingen (R&D) van bedrijven binnen Future Factory. Hierdoor blijft het onderzoek en onderwijs niet theoretisch, maar worden de resultaten praktisch toepasbaar voor bedrijven. Dit heeft een duidelijke relatie met de missie van het hbo (en mbo) om meer praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Onderwijsvormen die gekoppeld worden zijn bijvoorbeeld: integrale projectgroepen, stage, minors en afstuderen. Hierin wordt onderscheid gemaakt in ontwerpen en uitvoeren.