Dienst van SURF
© 2025 SURF
What is this publication about?In this publication on ‘New urban economies’, we search for answers and insights to a key question: how can cities foster economic development and develop ‘new urban economies’. And, importantly, how can they do that:◗ in concertation with different urban stakeholders, ◗ responding adequately to key challenges and developments beyond their control, ◗ building on the cities’ own identity, industries and competences, ◗ in a sustainable way, ◗ and without compromising weaker groups.
Recent advancements in mobile sensing and wearable technologies create new opportunities to improve our understanding of how people experience their environment. This understanding can inform urban design decisions. Currently, an important urban design issue is the adaptation of infrastructure to increasing cycle and e-bike use. Using data collected from 12 cyclists on a cycle highway between two municipalities in The Netherlands, we coupled location and wearable emotion data at a high spatiotemporal resolution to model and examine relationships between cyclists' emotional arousal (operationalized as skin conductance responses) and visual stimuli from the environment (operationalized as extent of visible land cover type). We specifically took a within-participants multilevel modeling approach to determine relationships between different types of viewable land cover area and emotional arousal, while controlling for speed, direction, distance to roads, and directional change. Surprisingly, our model suggests ride segments with views of larger natural, recreational, agricultural, and forested areas were more emotionally arousing for participants. Conversely, segments with views of larger developed areas were less arousing. The presented methodological framework, spatial-emotional analyses, and findings from multilevel modeling provide new opportunities for spatial, data-driven approaches to portable sensing and urban planning research. Furthermore, our findings have implications for design of infrastructure to optimize cycling experiences.
MULTIFILE
Het doel van dit project was om samen met alle betrokkenen te komen tot een gedragen adviesprogrammering voor het urban sportpark Zuilense Vecht, dat ligt op de gemeentegrenzen van Utrecht en Stichtse Vecht. Allereerst zijn geleerde lessen opgemaakt naar aanleiding van interviews met professionals die betrokken waren bij andere urban sportparken. Deze lessen zijn meegenomen naar het vervolg van dit project, waarbij we hebben gewerkt aan een adviesprogrammering in co-design met alle betrokkenen (sport- en welzijnsprofessionals uit de wijken, professionals uit urban sports en de MBO sportacademie; én kinderen en jongeren zelf).
The impacts of tourism on destinations and the perceptions of local communities have been a major concern both for the industry and research in the past decades. However, tourism planning has been mainly focused on traditions that promote the increase of tourism without taking under consideration the wellbeing of both residents and visitors. To develop a more sustainable tourism model, the inclusion of local residents in tourism decision-making is vital. However, this is not always possible due to structural, economic and socio-cultural restrictions that residents face resulting to their disempowerment. This study aims to explore and interpret the formal processes around tourism decision-making and community empowerment in urban settings. The research proposes a comparative study of three urban destinations in Europe (The Hague in the Netherlands, San Sebastian in Spain and, Ioannina in Greece) that experience similar degree of tourism growth. The proposed study will use a design-based approach in order to understand tourism decision-making and what empowers or disempowers community participation within the destinations. Based on the findings of primary and secondary data, a community empowerment model will be applied in one the destinations as a pilot for resident engagement in tourism planning. The evaluation of the pilot will allow for an optimized model to be created with implications for tourism planning at a local level that can contribute to sustainable destinations that safeguard the interests of local residents and tourists.
DISCO aims at fast-tracking upscaling to new generation of urban logistics and smart planning unblocking the transition to decarbonised and digital cities, delivering innovative frameworks and tools, Physical Internet (PI) inspired. To this scope, DISCO will deploy and demonstrate innovative and inclusive urban logistics and planning solutions for dynamic space re-allocation integrating urban freight at local level, within efficiently operated network-of-networks (PI) where the nodes and infrastructure are fixed and mobile based on throughput demands. Solutions are co-designed with the urban logistics community – e.g., cities, logistics service providers, retailers, real estate/public and private infrastructure owners, fleet owners, transport operators, research community, civil society - all together moving a paradigm change from sprawl to data driven, zero-emission and nearby-delivery-based models.
De wijk Europapark in Groningen is recent aangelegd rond het voetbalstadion van FC Groningen. Het is een wijk waarin vooral woningen in hoge dichtheden zijn gebouwd en de openbare ruimte kenmerkt zich door veel verharding en een ‘betonnen’ omgeving. In de toekomst zal deze wijk te maken krijgen met onbeheersbare gevolgen van klimaatverandering: een vergaande opwarming van het stedelijk gebied (Urban Heat Island) en wateroverlast als gevolg van heftiger regenbuien. De manier waarop de wijk is aangelegd is exemplarisch voor veel stenige woonwijken in hoge dichtheden. Deze wijken zullen dus fundamenteel anders moeten worden ingericht om klaar te zijn voor deze toekomstige veranderingen. Twee elementen van deze andere inrichting fungeren als barrières voor een daadwerkelijke uitvoering: een toekomstgericht plan met maatregelen die de komende decennia nodig zullen blijken, en een planningsproces waarin de aanpassingen gedragen worden door de bewoners in de wijk. Voor veel kleine bedrijven ontbreekt de kennis van werkelijk lange termijn inzichten welke maatregelen moeten worden uitgevoerd, en voor bij procesgerichte bedrijven ontbeert het aan methoden voor het echt ruimte geven aan bewoners. Deze twee vragen zijn de aanleiding voor het starten van een planproces, dat, door de bewoners gedreven, streeft naar het vinden van de noodzakelijke ontwerpoplossingen die de wijk omtoveren in een ‘Urban Cool Island’ en een wijk die de heftigste regenbui kan opzuigen, om het water daarna eindeloos traag weer terug te geven aan het oppervlaktewater. Zo ontstaat een klimaatwijk, die voor de lange termijn klaar is en zich continue aan kan blijven passen.