Dit onderzoek beantwoordt de vraag: Hoe kunnen technisch georiënteerde MKB-bedrijven co-creatie met nieuwe partners realiseren in de probleem- en conceptontwikkelingsfase van innovatieprocessen, met een oriëntatie op duurzame ontwikkeling? De resultaten die deze vraag beantwoorden zijn de volgende zeven succesfactoren.
1. Innovatie en samenwerking voor circulair ondernemen worden bevorderd als de hele keten zich bewust is van de noodzaak, in plaats van slechts enkele bedrijven
2. Door het systematisch leggen van contacten met stakeholders buiten de keten (zoals kennisinstellingen, maatschappelijke groepen of lokale overheden), krijgt een bedrijf nieuwe invalshoeken en informatie.
3. De input voor het ontwikkelen van meer circulaire producten, diensten en processen komt meestal van ‘cultuurvreemde’ partijen buiten het bestaande netwerk van een bedrijf.
4. Een financieel aantrekkelijk businessmodel is een voorwaarde voor innovatie met als doel duurzame ontwikkeling.
5. Een bedrijf heeft een langetermijnvisie en strategie nodig om de betreffende leer- en innovatieprocessen over een langere periode te realiseren.
6. Met name complexe vraagstukken, zoals die op het vlak van circulair ondernemen, vragen om samenwerkingsverbanden en coördinatie tussen stakeholders.
7. In een circulaire economie dienen bedrijven de rol van ‘circular network builder’ te leren
Aandacht voor duurzame ontwikkeling is in product- en procesinnovatie in het MKB een ondergeschoven kindje. Er is vooral aandacht voor economische haalbaarheid, businessmodellen, marketing en financiering, en voor technische uitdagingen. Vooral partners die al bekend zijn bij de bedrijven nemen deel aan innovatieprocessen, en zodoende worden ecologische en sociale aspecten van duurzaamheid over het hoofd gezien. Dit belemmert duurzame ontwikkeling, en daarom beantwoordt dit onderzoek de vraag: Hoe kunnen technisch georiënteerde MKB-bedrijven co-creatie met nieuwe partners realiseren in de probleem- en conceptontwikkelingsfase van innovatieprocessen, zodat een oriëntatie op duurzame ontwikkeling ontstaat?
In het vooronderzoek worden middelgrote bedrijven met personeel uit verschillende sectoren geïnterviewd, en de uitkomsten daarvan sturen de deelvragen (vraagsturing). Het onderzoek continueert het afgeronde promotieonderzoek van de onderzoeker en vormt een cross-over tussen de technische en economische domeinen, met de onderzoekslijn Biomimicry (Dr. Mauro Gallo), de onderzoekslijn Learning and Development in Organisations (Dr. Don Ropes), en de onderzoekslijn Innovatie en Ondernemen (de onderzoeker, Dr. Han van Kleef). Daarnaast bewaakt Dr. Katrin Tazelaar, Hoofd Onderzoeksgroep van het technische domein, de onderzoekskwaliteit.
De maatschappij vraagt om professionals die zijn opgeleid om transities naar duurzame ontwikkeling vorm te geven. Daarom integreert Hogeschool Inholland het thema duurzaamheid in opleidingsprogramma’s. Uitgangspunt is dat complexe problemen inter- en multidisciplinair benaderd moeten worden, en dat de natuur een inspiratiebron is. Dit onderzoek versterkt het onderwijs op deze vlakken en beoogt te ontwikkelen: 1) een repliceerbare methodiek voor co-creatie voor duurzame ontwikkeling, in de probleem- en conceptontwikkelingsfase in innovatieprocessen; 2) nieuwe inhoud op gebied van innovatie voor duurzaamheid, voor onderwijsprogramma’s in Bachelor-opleidingen; 3) input voor onderdelen van de beoogde master Sustainable Solutions Development; en 4) inzichten die bijdragen aan de programma’s van het Business Research Center en de onderzoekslijn Biomimicry van Hogeschool Inholland.