Door middel van eHealth, de toepassing van digitale informatie en communicatie in de gezondheidszorg (bijvoorbeeld beeldschermcommunicatie/-monitoring op afstand), kan verandering in beweeggedrag bij cliënten teweeg worden gebracht en kan interprofessioneel samenwerken tussen verschillende eerstelijnszorgprofessionals zoals fysiotherapeuten, wijkverpleegkundigen en buurtsportcoaches of sportconsulenten worden vergemakkelijkt. eHealth biedt daarmee grote mogelijkheden om het thuisrevalidatieproces van oudere cliënten (>65 jaar) te optimaliseren - zo ook voor eerstelijnsfysiotherapeuten die vroeg in het thuisrevalidatie proces betrokken zijn.
Hoewel fysiotherapiepraktijken de voordelen van eHealth onderstrepen en thans verschillende eHealthtoepassingen inzetten in hun werk, blijkt in praktijk dat veel kennis over eHealth en “know-how” om het effectief toe te passen vooralsnog vaak ontbreekt. Veel eerstelijnsfysiotherapeuten weten niet goed hoe ze eHealth optimaal in kunnen zetten om beweeggedrag van hun oudere cliënten te veranderen, noch om in dit proces efficiënt samen te werken met andere eerstelijnszorgprofessionals. Dit terwijl de druk op fysiotherapeuten om cliënten aan huis te begeleiden vanwege de vergrijzing en trend om langer zelfstandig thuis te wonen steeds verder toeneemt.
Om effectieve implementatie van eHealthtoepassingen in de alledaagse zorgpraktijk van eerstelijnsfysiotherapeuten te ondersteunen, is meer onderzoek nodig. Zo dient er volledig inzicht te ontstaan in de precieze ervaringen, wensen en behoeften van de praktijk omtrent eHealth ter ondersteuning van thuisrevalidatie van oudere cliënten. Door Vitale Delta en het NELL netwerk, zijn er contacten geweest met de eerstelijnsfysiotherapiepraktijken Arembergelaan Fysiotherapie en Multi Fysio van de regio Haaglanden die in dit project in samenwerking met het hbo (Hogeschool Inholland en Leiden) een verkennend onderzoek uitvoeren.
Dit onderzoek dient de specifieke vraagstukken uit de betrokken fysiotherapiepraktijken (wiens therapeuten tevens samenwerken met andere eerstelijnsprofessionals) en hun regionale netwerk naar voren te brengen en daarbij het opzetten van een nieuw regionaal samenwerkingsverband met de Hogescholen te ondersteunen. De resultaten van dit onderzoek zullen worden gebruikt als ondersteuning en ingang voor vervolgonderzoek.