stabiliteit en veroudering pyrolyse-olie

Wereldwijd is jaarlijks zo'n 6.900 miljoen ton d.s. aan houtachtige biomassareststromen beschikbaar (Poyri, 2012). Juist omdat houtachtige lignocellulose moeilijk biologisch volledig is om te zetten, vormen thermische behandelingstechnieken zoals pyrolyse een aantrekkelijke technlogie om houtachtige biomassa om te zetten in hoogwaardige producten (bijvoorbeeld lijmen, asfalt, cracker-voeding, biostookolie, speciality chemicals, kleurstoffen, suikers etc.) en daarbij nieuwe biotische circulaire routes te ontwikkelen. Nederlandse MKB-voorlopers op dit terrein zijn de bedrijven Nettenergy B.V.. en Nimaro Ageno Consult. Vanuit deze twee bedrijven is de observatie dat er soms snelle en ongewenste veroudering van de watervrije bio-olie plaatsvindt. Veelal gaat de voortgang van dit proces gepaard met een verhoging van viscositeit van de olie. Zij stellen daarom de volgende hoofdvraag: Welke polymerisatiereacties vinden hoofdzakelijk plaats in de pyroflash-bio-olie en kunnen deze (polymerisatie)-reacties worden beinvloed? Door middel van het hier beschreven project wordt getracht om samen met deze bedrijven en het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) tot allereerst meer (analytisch en chemisch) inzicht te komen en zo mogelijk tot oplossingen richting een grotere stabiliteit van de pyrolyse-olie.