In Nederland zijn er ongeveer 1500 langdurig vermiste personen, en elk jaar komen daar circa 100 nieuwe gevallen bij. Bij de helft van deze verdwijningen blijft de oorzaak onbekend. De zoektocht naar vermiste personen wordt uitgevoerd door professionals en vrijwilligers, die systematisch het terrein onderzoeken op mogelijke sporen, zoals verstoorde grond. In grote gebieden worden soms politiehonden ingezet, maar deze zoekacties kosten veel tijd en mankracht. Bovendien kunnen weersomstandigheden en vegetatie groei verstoringen snel verbergen.
Drones, robotplatforms en geavanceerde sensortechnologieën zoals Ground Penetrating Radar (GPR), hyperspectrale beeldvorming en infrarood (IR) bieden nieuwe mogelijkheden om zoekoperaties efficiënter en effectiever te maken. Hoewel deze technologieën het mogelijk maken om stoffelijke resten op te sporen, vormen de verwerking en interpretatie van de gegevens ter plaatse nog steeds een uitdaging.
Tijdens mijn PD-traject ontwikkel ik een adaptief systeem dat deze technologieën integreert op zowel een drone- als grondplatform, waardoor zowel grote als moeilijk toegankelijke gebieden snel kunnen worden doorzocht. Mijn onderzoek richt zich op het analyseren van data van GPR, hyperspectrale en IR-sensoren, gekoppeld aan verschillende ontbindingsstadia van stoffelijke resten.
Het doel is om een veelzijdig systeem te creëren dat zoekoperaties optimaliseert door nieuwe protocollen en technologieën te ontwikkelen. Dit zal leiden tot snellere en nauwkeurigere zoekresultaten, waardoor de kans op succesvolle lokalisatie van stoffelijke resten toeneemt, en een belangrijke bijdrage leveren aan forensisch onderzoek en rechtshandhaving.