Het sinds 2002 bestaande Kennisnetwerk Beroepsonderwijs richt zich op vraagstukken van
beroepsonderwijs in relatie met ontwikkelingen in de (regionale) beroepspraktijk en
maatschappelijke uitdagingen. Deelnemers zijn lectoren, hoogleraren en recent ook practoren
met een breed scala aan expertise, zowel vanuit de praktijk van beroepsonderwijs als de
disciplines die vraagstukken van beroepsonderwijs bestuderen zoals de
onderwijswetenschappen, psychologie, pedagogiek, economie, organisatiewetenschappen. Het
netwerk is onderscheidend en uniek omdat de kennispartners uit de volledige
beroepsonderwijsketen samenwerken en sterk verankerd zijn in de praktijk van het
beroepsonderwijs zelf.
Het Kennisnetwerk beoogt de continue kennisontwikkeling over, in en met het
beroepsonderwijs te versterken en is daarmee gericht op de fundamentele bijdrage die
beroepsonderwijs levert aan de ontwikkelkracht van Nederland in de breedte. Het
Kennisnetwerk richt zich dus niet op één van de topsectoren maar op - de Human Capital
Agenda van - alle sectoren en past daarmee naadloos bij de KIA Maatschappelijk
Verdienvermogen en sluit aan bij de NWA-route Veerkrachtige Samenleving.
Het Kennisnetwerk wil via de platformregeling een duurzame en verbindende werkwijze
ontwikkelen én praktiseren waarin vraagarticulatie, agendering en doorwerking met, door en
voor het beroepsonderwijs en de samenwerkingspartners de bouwstenen zijn voor
krachtenbundeling. Cruciaal is dat beroepsonderwijs samen met bedrijven en sociale partners
werkt aan een toekomstbestendige regio. Kennisontwikkeling met het oog op het vormgeven en
realiseren van deze partnerschappen vormt de motivatie voor dit platform.
De inhoudelijke focus van het Kennisnetwerk betreft de kwaliteit van het beroepsonderwijs in
het algemeen, de bijdrage van het beroepsonderwijs aan het leven lang ontwikkelen en het
onderzoekende en responsieve vermogen van het beroepsonderwijs. Het Kennisnetwerk is ook
een strategische alliantie om de kennisinfrastructuur over leren en ontwikkelen van en voor het
gehele beroepsonderwijs te versterken omdat de omvang van het onderzoek en
onderzoekscapaciteit gericht op beroepsonderwijs, achterlopen op de omvang en het belang
van het beroepsonderwijs in Nederland.