Mensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te vervullen. Daarom bestaat er behoefte
aan nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen om huisvesting voor deze
groep te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat op diverse plaatsen coalities van partijen zijn gevormd waarin
gemeenten samenwerken met (mkb-)bedrijven zoals bijvoorbeeld Rizoem.
Binnen dit project heeft het lectoraat Gezonde Stad van de Hanzehogeschool Groningen samen met de
gemeente Groningen en Rizoem onderzocht welke bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden en
organisatie- en financieringsmodellen mensen met een middeninkomen kunnen helpen om hun
woonwensen te realiseren en welke ondersteuning deze mensen hierbij nodig hebben.
Hiertoe zijn bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen
geïnventariseerd en is het project Meerhoven in Groningen nader onderzocht. Hier heeft Rizoem in
samenwerking met de gemeente Groningen 18 sociale huurwoningen en 10 betaalbare koopwoningen
gerealiseerd, waarbij alle woningen identiek zijn en huur en koop door elkaar staan. Verder zijn nieuwe
werkwijzen verkend, m.n. de aanpak van de gemeente Amsterdam met betrekking tot ondersteuning bij de
opzet van wooncoöperaties en de betaalbaarheidsagenda van de gemeente Zwolle om meer woningen met
een lage middenhuur in de stad te krijgen en te houden. Ook is nader onderzocht welke knelpunten mensen
met een middeninkomen ervaren die zelf huisvesting willen realiseren en wat voor ondersteuning zij hierbij
nodig hebben.
Het onderzoek vond plaats door middel van deskresearch, interviews en expert meetings met medewerkers
van verschillende gemeenten, bewonersinitiatieven, woningcorporaties, adviesbureaus, architecten en
onderzoekers. De ontwikkelde kennis is verspreid via verschillende bijeenkomsten. Verder worden de
verslagen van de expert meetings, het verslag van het onderzoek in Meerhoven en het projectverslag via
onder meer de website van het lectoraat Gezonde Stad gedeeld.
Mensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te realiseren. Woningcorporaties mogen geen huizen bouwen voor deze groep en voor projectontwikkelaars is dit onaantrekkelijk, omdat zij op duurdere huizen meer winst kunnen maken. Daarom worden op diverse plaatsen coalities van partijen gevormd die in tegenstelling tot projectontwikkelaars het maatschappelijk belang van het realiseren van huisvesting voor de middeninkomens willen laten prevaleren boven winstmaximalisatie. Binnen deze coalities werken gemeenten samen met bijvoorbeeld (mkb-)bedrijven zoals Rizoem.
Rizoem gaat samenwerkingsverbanden aan om eigen innovatieve huisvestingsplannen uit te voeren en ondersteunt ook samen met de gemeente Groningen groepen burgers bij trajecten met Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Een CPO-traject is momenteel echter vooral haalbaar voor hoogopgeleide initiatiefnemers met voldoende tijd en geld. Daarom zoeken Rizoem en de gemeente Groningen naar nieuwe coalitiemogelijkheden en organisatie- en financieringsmodellen om de woonwensen van middeninkomens te vervullen, inclusief een stappenplan om deze modellen toe te passen. Hiertoe willen Rizoem en de gemeente ook meer inzicht in de knelpunten die middeninkomens tegenkomen die zelf huisvesting willen realiseren via bijvoorbeeld een CPO-traject en de ondersteuning die zij nodig hebben.
Hoewel ook diverse andere mkb-bedrijven en overige partijen zich richten op innovatieve huisvestingsvormen voor middeninkomens, is hier momenteel geen overzicht van. Daarom worden binnen dit project zowel bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen voor huisvesting voor middeninkomens geïnventariseerd als nieuwe ideeën ontwikkeld voor coalities en modellen, inclusief een stappenplan voor het toepassen van deze modellen. Tevens wordt nader onderzocht wat voor knelpunten middeninkomens ervaren die zelf huisvesting willen realiseren, hoe zij die kunnen oplossen en welke ondersteuning zij hierbij nodig hebben. Het project wordt uitgevoerd door middel van desk research, interviews, drie expert sessies en een slotbijeenkomst. De ontwikkelde kennis wordt breed gedeeld via o.a. Platform GRAS, Platform31 en het lectorenplatform Stad en Wijk.