Om de klimaatdoelstellingen van Nederland en de EU te realiseren is naast de energie- en materiaaltransitie ook een eiwittransitie essentieel. Onder eiwittransitie verstaan we een grootschalige omschakeling van dierlijke naar plantaardige eiwitproductie. In Nederland zijn dit vaak peulvruchten, zoals veldbonen en lupine. Om deze eiwittransitie te kunnen volbrengen is het noodzakelijk om niet alleen te kijken naar (optimalisatie van) de benutting van het plantaardig eiwit zelf, maar ook naar de verwaarding van de reststromen die vrijkomen in het productieproces. Alleen door meervoudige verwaarding van peulvruchten is de omschakeling van dierlijke naar plantaardige eiwitproductie financieel haalbaar en circulair te verantwoorden. Naar de teelt en de benutting van eiwit uit peulvruchten wordt al veel onderzoek gedaan, echter voor de verwaarding van de reststromen is tot nu toe veel minder aandacht. Daarom is dat de focus van dit project. Het project richt zich daarbij specifiek op de sapfractie van de reststromen omdat voor de vezelfractie van plantaardige reststromen al veel verschillende toepassingen bekend zijn (isolatie- en bouwmaterialen, biocomposieten, papier etc.). Voor toepassingen van de sapstroom ligt de focus op personal care producten en bioplastics. Het uiteindelijke doel is om een realistisch verdienmodel voor de teelt van peulvruchten te realiseren, zowel voor boeren, als voor verwerkers van de reststromen om zo een bijdragen te leveren aan de eiwit- en materiaaltransitie. Het project wordt uitgevoerd door een consortium van twee Hogescholen, een MBO-opleiding, een zestal MKB-bedrijven allen actief in de eiwitketen of verwerking van reststromen, aangevuld met een brancheorganisatie.