Gevels bestaan voor een belangrijk deel uit glas. Daar de glazen delen thermisch gezien de zwakke plekken in de gevel vormen, worden thermisch betere varianten ontwikkeld om het energiegebruik in gebouwen terug te dringen. De beschikbaarheid van thermisch verbeterd glas vormt een belangrijke aanleiding om glas te vervangen. Het uit gebouwen gesloopte glas wordt op grote schaal ingezameld, maar kan niet worden hergebruikt. Dit heeft te maken met de manier waarop isolatieglas, maar ook gelaagd glas wordt samengesteld: om de vereiste kwaliteiten te garanderen worden de onderdelen aan elkaar gelijmd. Na sloop moet glas daarom ‘gecrushed’ worden tot korrels die worden omgesmolten tot vooral verpakkingsmateriaal en glaswol. Dat voor nieuw vlakglas ‘virgin’ materialen moeten worden gebruikt, is misschien niet het grootste probleem. Deze materialen zijn nog niet schaars. Het maken van nieuw glas kost echter veel energie.
Op verzoek van glasfabrikant Stolker Glas Harmelen BV en Bouwend Nederland, vakgroep GBO
(Glasbranche Organisatie) gaat de onderzoeksgroep Circulair Bouwen van de Hogeschool van
Amsterdam samen met hen onderzoeken of glas toegepast in gebouwen niet zo samengesteld kan gaan worden dat de glasplaten, maar wellicht ook de spacers en de coatings na afloop van de technische of functionele levensduur opnieuw gebruikt kunnen worden. Naast verbeterde mogelijkheden tot hergebruik zou dit tot bijvoorbeeld te repareren glas kunnen leiden. Hergebruik en repareren zijn belangrijke onderdelen van de Circulaire filosofie. Bovendien kan het smelten van de grondstoffen en het importeren van glasplaten worden voorkomen.
Het demontabel maken van glas - zonder dat dit ten koste gaat van de bouwkundige kwaliteiten - is ingewikkeld. Het is niet mogelijk om binnen deze subsidieaanvraag tot daadwerkelijk demontabel glas (zowel isolatieglas, als gehard en gelaagd glas) te komen. Het doel is daarom om tot een onderzoeksplan te komen dat uiteindelijk tot demontabel glas moet gaan leiden.