De energietransitie is een verandering die ons allemaal in Nederland aangaat. Het betekent namelijk dat we op een andere manier met onze energievoorziening moeten omgaan. Kort gezegd: minder afhankelijk van fossiele energie, meer duurzame energie.
Om te kijken hoe er tegen deze verandering wordt aangekeken in kwetsbare wijken is er onderzoek gedaan in de wijk Smitsveen in Soest. Hieruit bleek onder andere dat het vertrouwen tussen bewoners en de woningcorporatie van cruciaal belang is voor participatie. Dit is dan ook een belangrijk element om op in te zetten. Ook de samenwerking tussen organisaties in de wijk is cruciaal. Dit is positief vormgegeven door zogenaamde koppelkansensessies te organiseren, waardoor partijen elkaar beter weten te vinden. Daarnaast is er gekeken naar hoe woningeigenaren ondersteund kunnen worden in het verduurzamen van hun eigen huis.
Als laatste zijn de projectervaringen van de praktijkpartners geëvalueerd en van daaruit belangrijke lessen opgetekend. Een les is bijvoorbeeld dat in kwetsbare wijken de bewoner tot aan de voordeur moet worden opgezocht om deze voor te lichten, maar ook om te helpen met het aanbrengen van verduurzamingsmaatregelen. De geijkte folder in de bus is niet genoeg.
Met deze ervaringen en aanbevelingen hopen we bij te dragen aan een energietransitie die niet alleen sociaal is, maar ook rechtvaardig en voor iedereen toegankelijk.
De Nederlandse overheid heeft zich in 2018 gecommitteerd aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Dit akkoord heeft als doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad ten opzichte van het pre-industriële niveau. Om dit te bereiken heeft de Nederlandse regering met diverse maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven uit verschillende sectoren afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord. Deze afspraken hebben grote gevolgen voor burgers. Zo moeten zij bijvoorbeeld drastisch omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening en meer specifiek is er afgesproken dat alle huishoudens voor 2050 aardgasvrij moeten wonen. Dit kan betekenen dat huishoudens grote investeringen moeten plegen voor het installeren van een warmtepomp, het isoleren van hun huis en het treffen van energiezuinige maatregelen. Hoewel er burgers zijn die de energietransitie omarmen, is dit enthousiasme niet onverdeeld. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee, omdat ze de noodzaak van de energietransitie niet altijd delen, het hoge kosten met zich meebrengt en ze vaker wantrouwend naar de overheid kijken. Het Klimaatakkoord stelt echter dat de “wensen en zorgen van burgers en bedrijven zichtbaar moeten worden meegewogen in de keuzes die gedurende de transitie gemaakt worden” (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2019, p. 216), zodat maatschappelijke acceptatie en participatie voor de energietransitie worden geborgd. Het achterblijven van met name groepen met een lage sociaal economische status in de adaptatie van de energietransitie kan leiden tot maatschappelijke ongelijkheid of het zelfs vergroten. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’. In dit project wordt er samengewerkt met welzijnsorganisaties Versa Welzijn, Stichting Balans en de gemeente Soest waarbij wordt gefocust op twee verschillende wijken.