Dienst van SURF
© 2025 SURF
Omdat het aanbod van elektrische bestelwagens en vrachtauto’s snel toeneemt ligt voor ondernemers het elektrificeren van het goederenvervoer van en naar de stad voor de hand. Maar die stap roept ook allerlei vragen op: Hoe kunnen transporteurs hun werk doen met elektrische voertuigen die regelmatig opgeladen moeten worden? Welke aanpak geeft de laagste kostprijs? Waar, wanneer en hoe snel gaan bestelwagens en vrachtwagens laden, en wat vraagt dat van het elektriciteitsnet?In opdracht van de Topsector Logistiek hebben Buck Consultants, CE Delft, Districon, de Hogeschool van Amsterdam, Panteia en TNO concreet uitgewerkt hoe elektrische stadslogistiek in de praktijk uitgevoerd zal worden. De regio Groot Amsterdam is als voorbeeld genomen. CE Delft heeft, gebaseerd op maatwerkdata van CBS over bestel- en vrachtwagens die de milieuzone Amsterdam bezoeken, berekend op welke locaties er een laadvraag verwacht kan worden. Hiervoor is de energiebehoefte ruimtelijk toegedeeld op postcode 4-niveau binnen COROP Groot-Amsterdam. Op basis van CBS-data over standplaatsen en herkomst en bestemmingsdata), en op basis van herkomst-bestemmingsdata uit het VENOM-verkeersmodel, wordt de impact op het elektriciteitsnet, het aantal benodigde laadpalen en de impact op de ruimte besproken. De optelling van al die individuele keuzes levert inzicht op waar, wanneer en hoe snel er geladen gaat worden. Daarmee kunnen netbeheerders en gemeenten plannen wat er aan infrastructuur en ruimte nodig is.
A smart charging profile was implemented on 39 public charging stations in Amsterdam on which the current level available for electric vehicle (EV) charging was limited during peak hours on the electricity grid (07:00-08:30 and 17:00-20:00) and was increased during the rest of the day. The impact of this profile was measured on three indicators: average charging power, amount of transferred energy and share of positively and negatively affected sessions. The results are distinguished for different categories of electric vehicles with different charging characteristics (number of phases and maximum current). The results depend heavily on this categorisation and are a realistic measurement of the impact of smart charging under real world conditions. The average charging power increased as a result of the new profile and a reduction in the amount of transferred energy was detected during the evening hours, causing outstanding demand which was solved at an accelerated rate after limitations were lifted. For the whole population, 4% of the sessions were positively affected (charged a larger volume of energy) and 5% were negatively affected. These numbers are dominated by the large share of plug-in hybrid electric vehicles (PHEVs) in Amsterdam which are technically not able to profit from the higher current levels. For new generation electric vehicles, 14% of the sessions were positively affected and the percentage of negatively affected sessions was 5%.
Controlled charging of electric vehicles (EVs) can be used to avoid peaks in the power grid by limiting, and shifting the EV power demand during peak hours. This paper presents results on user preferences and experiences regarding controlled (or smart) charging of EVs via home chargers. Data is derived from a controlled charging demonstration project, in which 138 Dutch households participated. With the availability of an override button, households were assigned either a static or dynamic charging profile. Using surveys and interviews, data was collected on three topics: (1) controlled charging, (2) the override button and (3) financial motivations.
Er is momenteel een enorme groei op het gebied van consumentenproducten om activiteiten en bewegingen te meten; zowel voor de fitnessindustrie (bv. Fitbit, Jawbone) als in de gaming wereld (bv Kinect, Wii). Bedrijven op het gebied van zorgtechnologie vragen zich af of zij producten en diensten kunnen ontwikkelen op basis van deze technologie. In dit project richten we ons specifiek op de vraag van de bedrijven of met deze producten het valrisico van ouderen kan worden ingeschat. De incidentele metingen in een klinische omgeving kunnen dan worden vervangen door continue metingen in het dagelijks leven. Het onderzoek dat wordt uitgevoerd betreft het bepalen van de nauwkeurigheid, robuustheid en acceptatie van technologie om in realistische omgevingen (hier: woonomgeving en ziekenhuisom-geving) de bewegingskenmerken van ouderen te meten. Het onderzoek wordt ingericht rond de onderzoeksvraag: Hoe kunnen technologieën voor bewegingsregistratie die zich hebben bewezen in een labsetting worden ingezet in de woonomgeving en in het ziekenhuis, ten behoeve van het inschatten van val-risico bij ouderen? Het onderzoek zal worden uitgevoerd in twee parallel lopende cases: valrisico meten in de woon-omgeving en valrisico meten in het ziekenhuis. In beide gevallen wordt een living lab aanpak ge-volgd: de technologische oplossingen van de MKB worden op iteratieve wijze, in de praktijk , be-studeerd en verder ontwikkeld. Ook de inbedding van de technologie in het zorgproces wordt in het onderzoek meegenomen. De kennis die wordt opgedaan zal worden gebruikt door de participerende MKB in nieuwe pro-ducten en diensten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team bestaande uit de Hogeschool van Amsterdam (Domein Digitale Media en Creatieve Industrie en Domein Gezond-heid), de Vrije Universiteit (Bewegingswetenschappen), het AMC (Geriatrie), zorgaanbieders Cor-daan en Amsta en de participerende MKB. De resultaten zullen worden gepresenteerd op twee publieke seminars, in vakbladen en op we-tenschappelijke conferenties.
Kansen met logistiek vastgoed in de energietransitie Logistieke faciliteiten gaan een grote rol spelen in de energietransitie. Ten eerste als plaatsen waar een steeds verder elektrificerend wagenpark moet worden opgeladen (wat leidt tot een grotere energievraag van logistiek vastgoed); ten tweede in de opwek van duurzame energie (met bijvoorbeeld zonnepanelen, met een groot maar fluctuerend aanbod voor eigen gebruik of teruglevering). Dit vraagt fysieke investeringen, en het optimaliseren van bedrijfsprocessen om vraag en aanbod van energie slim af te stemmen. Dit levert een geheel op van aansluitende en overlappende vraagstukken en afwegingen voor eigenaren en gebruikers van logistiek vastgoed en clusters van bedrijven op bedrijventerreinen, waarvan nog niet duidelijk is welke (sets van) vragen en trade-offs de meeste impact gaan hebben, en hoe betrokken partijen de meest passende oplossingsrichtingen kunnen definiëren. Dit project levert inzicht in de kansen en uitdagingen rondom logistieke faciliteiten die de energietransitie oplevert, en hoe beheerders en gebruikers hierin prioriteiten kunnen stellen. Dit gebeurt door - Het in kaart brengen van het huidige energiegebruik van de faciliteiten op een logistiek bedrijventerrein qua type gebruik, en over tijd. - Het schatten van de toekomstige energievraag op het bedrijventerrein. Dit levert (conceptueel) inzicht in de verschillende vraagstukken met betrekking tot energiemanagement en logistieke processen en de verbanden hiertussen, en (kwantitatief, op basis van data uit de praktijk) inzicht in de relatieve ordegrootte van deze vraagstukken en dynamiek over tijd. - Het definiëren van verschillende maatregelen om hiermee om te gaan (bijv. PV-capaciteit uitbreiden, distributie-infrastructuur verzwaren, batterij-opslag, smart grid oplossingen, en afstemming van logistieke processen op energiemanagement vraagstukken). Dit levert inzicht op in de omvang en prioritering van de benodigde investeringen en eventuele tradeoffs. In het project wordt samengewerkt met de beheerder van een logistiek bedrijventerrein ABC Westland, een energie-inkoopbureau en enkele logistieke (mkb-) dienstverleners gevestigd op ABC Westland.
Elektrisch rijden heeft zijn definitieve doorbraak gemaakt. Het opladen van deze auto’s zorgt echter voor een verzwaring van de belasting van het lokale elektriciteitsnetwerk. Gemeentes en netbeheerders onderzoeken samen welke slimme laadtechnieken een oplossing kunnen bieden op grote schaal om zo grote investeringen in het elektriciteitsnet te voorkomen. Door de snelheid waarmee het probleem op ons afkomt en de diverse stadia van ontwikkeling van de oplossingen zorgt dat gemeentes geen goed overzicht hebben van welke techniek waar en wanneer het beste kan worden toegepast. De onderzoeksvraag binnen dit project luidt daarom ook: Hoe kunnen gemeentes en netbeheerders kiezen tussen de (combinaties van) verschillende slimme technieken voor het inpassen van laadpalen voor elektrische auto’s in het elektriciteitsnet met een evenwichtige afweging van de belangen van alle ketenpartners? De doelstelling van dit project is bij te dragen aan de evaluatie van verschillende slim laden technieken zodat publieke partijen zoals gemeentes, regionale overheden en netbeheerders rondom keuzes voor slimme inpassingen van laadinfrastructuur voor elektrische auto’s. Omdat verschillende technieken zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden, maar er een hoge mate van urgentie is voor het verminderen van de druk op het elektriciteitsnet wordt er voor de publieke partijen een analyse gemaakt van het potentieel van de verschillende technieken in de tijd. De analyse bevat kennis over het potentieel, de technische toepassing, de organisatorische randvoorwaarden en een financiële afweging. Deze kennis zal zorgen voor het versnellen van de transitie naar zero-emissie vervoer binnen de gemeentes. De analyse wordt gedaan aan de hand van evaluatie van diverse projecten in de praktijk met een breed scala aan technieken, van de toepassing van (stationaire) batterijen, integratie in lokale energienetten en het grootschalig toepassen van slim laden. Inzichten hieruit worden geëvalueerd om tot een integraal advies voor publieke partijen te komen.