Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze rapportage is het resultaat van een praktijkgericht onderzoek naar een bijzonder project De Kunst van Delen. In samenwerking met het Grijze Koppen Orkest, hebben diverse organisaties uit Utrecht door middel van het project De Kunst van Delen een bijdrage geleverd aan Utrecht als Age Friendly Cultural City (AFCC). Deze onderzoeksrapportage is als volgt opgebouwd: In het eerste hoofdstuk schetsen we de achtergrond en context van het project De Kunst van Delen en het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag worden gepresenteerd. In hoofdstuk 2 staan de eerste onderzoeksstap, de participerende observaties, en de tussenresultaten daarvan beschreven. Hoofdstuk 3 behandelt de tweede onderzoeksstap: de individuele interviews en de tussenresultaten ervan, in de vorm van de belangrijkste voorwaarden van het project De Kunst van Delen voor de ontwikkeling van stad Utrecht als Age Friendly Cultural City. In hoofdstuk 4 is te lezen hoe de validering van die voorwaarden heeft plaatsgevonden en wat deze validering heeft opgeleverd. Dat is de derde stap in het onderzoek. Als vierde en laatste stap in het onderzoeksproces, is op basis van die gevalideerde voorwaarden een verkennend literatuur-onderzoek uitgevoerd. Dit literatuuronderzoek is te lezen in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn tot slot de conclusie en aanbevelingen van dit verkennend praktijkgericht onderzoek te vinden.
In deze Boekman wordt waardevolle kennis over kunst en sociale cohesie gedeeld. Er is echter nog veel meer praktijkervaring en onderzoek nodig om de relatie tussen de kunsten en andere, inclusieve manieren van samenleven vorm te geven. Voor een inclusieve samenleving is het de kunst om verschillend te zijn, maar dan wel samen.
Hoofdstuk 1 in Kansen in kunst. Het boek dat voor u ligt is het resultaat van Kunst Inclusief, een tweejarig project dat mede dankzij subsidie van het RAAK-fonds tot stand is gekomen. Uitgangspunt voor het project was de vraag hoe mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen aan de kunsten in al haar verschijningsvormen (beeldende kunst, theater, muziek, taal) en welke veranderingen dat vraagt bij de professionals en de instellingen/centra die zich bezighouden met zorg en kunstbeoefening. Met het project werd beoogd meer mogelijkheden te creëren, zodat mensen met een beperking in staat zijn hun talenten te ontwikkelen en door middel van hun talenten beter kunnen participeren in de samenleving
Ontwikkelrecht Een belangrijk zorgvraagstuk in Noord-Nederland is dat een groep van ongeveer 500 leerlingen door uiteenlopende oorzaken niet naar school gaat. In Nederland gaat het in totaal om 4.000 á 5.000 kinderen van 7 tot 20 jaar. Doordat er weinig regelruimte ervaren wordt door de betrokken partijen, duurt het soms lang voordat er een passende oplossing gevonden wordt, hetgeen de ontwikkeling van de kinderen in gevaar brengt. Het project Ontwikkelrecht brengt hier beweging door de betrokken partijen te verbinden en ze - voor het eerst - gezamenlijk nieuwe paden te laten co-creëren. Het consortium Ontwikkelrecht bestaat uit meer dan 15 betrokken partijen. In een voortraject van anderhalf jaar zijn 2 conferenties en 2 test-routes doorlopen. Op de conferenties hebben meer dan 200 personen van de betrokken partijen (zorg, onderwijs, overheid en ook ouders en studenten) samen nieuwe paden ontworpen. In de testroutes hebben studenten samengewerkt met de thuiszittende jongeren. Uit deze activiteiten is de onderzoeksvraag ontstaan. In het huidige project gaan we op gestructureerde wijze experimenten doen en deze onderzoeken. Dit doen we op twee niveaus: Op systeemniveau brengen we de professionals van verschillende partijen op een aantal verschillende wijzen tot co-creatie. Op praktijkniveau experimenteren we met een aantal manieren om thuiszittende jongeren in beweging en in hun kracht te zetten. Op beide niveaus worden uit de experimenten ontwerpprincipes gedestilleerd waarmee prototypes gemaakt worden. De prototypes worden getest en uiteindelijk beschreven en beschikbaar gesteld voor gebruik in het werkveld.
In Nederland zijn ongeveer 15.000 leerlingen tussen zeven en twintig jaar die om uiteenlopende redenen niet naar school gaan. In de drie noordelijke provincies zijn dat ongeveer 4000 jongeren. Oorzaken liggen vaak in psychosociale problemen, zoals depressie, autisme en hoogbegaafdheid. Om dichter bij een oplossing te komen, werken wij sinds november 2021 in het KIEM-onderzoek Ontwikkelrecht samen met zorg-, onderwijs-, en cultuurinstellingen. In het project stimuleren we de thuiszittende jongeren door middel van kunstlessen van kunststudenten tot het zetten van de stap terug richting school. In Ontwikkelrecht II gaan we een belangrijke kennislacune onderzoeken die uit Ontwikkelrecht naar voren kwam. Onbekend is namelijk hoe de gevonden werkende principes en expertise duurzaam toegankelijk gemaakt kunnen worden binnen het netwerk van samenwerkende partijen. Het netwerk streeft naar het doorontwikkelen van de ingezette veranderingen, maar herkent tevens dat er nog geen sprake is van een gezamenlijk visie of stabiele samenwerkingsstructuur. Dat leidt tot de volgende onderzoeksvraag, die we in Ontwikkelrecht II gaan onderzoeken: Hoe kunnen we de werkende elementen van de kunstinterventies en de praktijkexpertise van de zorginstellingen toegankelijk maken voor de samenwerkende partners in het consortium? Deze hoofdvraag valt uiteen in de volgende deelvragen: 1. Welke werkende principes uit de kunstroute zijn overdraagbaar naar andersoortige interventies, door bijvoorbeeld de PABO-Zorgopleiding? 2. Welke plek kan de praktijkexpertise van zorgmedewerkers krijgen in het curriculum van educatieve opleidingen van de Hanzehogeschool? 3. Welke nieuwe manieren zijn er voor Mkb’ers uit de cultuursector om inclusiever samen te werken door het duurzaam betrekken van nieuwe doelgroepen? 4. Wat zijn de ingrediënten van een toekomstvisie voor een ontwikkelingsgerichte transdisciplinaire samenwerking binnen het consortium?