Steden staan voor enorme maatschappelijke en ruimtelijke opgaven, zoals complexe gebiedsontwikkeling, bestaanszekerheid en duurzaamheid. Het zijn complexe vraagstukken, waarin fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dat vraagt om professionals die grenzen weten te overbruggen (boundary spanners), om zo tot oplossingen te komen die recht doen aan een veelheid van vaak tegenstrijdige belangen. Hoe slagen deze boundary spanners er in om die grenzen te overbruggen?
We onderscheiden drie dimensies van grenzen (Van Broekhoven et al., 2015). De sociale dimensie, wie kent elkaar wel of niet en vooral ook wie bij wie hoort en dus ook wie ergens niet bij hoort: insiders versus outsiders. De cognitieve dimensie, gaat over verschillen in kennis, maar ook verschillen in ideeën, interpretaties en overtuigingen. En de materiële dimensie, wie beschikt over de financiële middelen of ambtelijke capaciteit en wie niet.
De centrale onderzoeksvraag is: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarmee (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Veel bestaand onderzoek legt de nadruk op competenties voor ‘boundary spanning’, wij richten ons echter op de praktijken van boundary spanners, dus hoe handelen die professionals daadwerkelijk op momenten dat zij met grenzen tussen (beleids)domeinen van doen hebben.
Uit het onderzoek kwamen een viertal mechanismen naar voren die het mogelijk maken om grenzen te overbruggen (Hawkins & Rezazade, 2012): intermediëren door boundary spanners, gezamenlijke werkpraktijken ontwikkelen, grensobjecten maken en een gedeelde taal en denkwereld ontwikkelen. Dat intermediëren kunnen boundary spanners doen door te verbinden (sociale dimensie), door te vertalen (cognitieve dimensie) of door te verwerven (materiële dimensie).
De zeven handelingsmogelijkheden voor grootstedelijke professionals die de rol van boundary spanner vervullen zijn:
1. Grenzen overbruggen is vaak ook grenzen creëren
2. Intermediëren is voorwaardelijk
3. Zonder grensoverbruggen praktijk(en) gaat het sowieso niet werken
4. Grensobjecten hebben een beperkte houdbaarheid
5. Wijk af van bestaande manieren van werken
6. Experimenteer met alle vier mechanismen, vertrouw niet op één enkel mechanisme
7. Bewust bekwaam als boundary spanner
Literatuur:
Hawkins, M. A. & Rezazade M., M. H. (2012) Knowledge boundary spanning process: synthesizing four spanning mechanisms. Management Decision, 50(10): 1800-1815.
Van Broekhoven, S., Boons, F., van Buuren, A., & Teisman, G. (2015). Boundaries in action: A framework to analyse boundary actions in multifunctional land-use developments. Environment and Planning C: Government and Policy, 33(5), 1005–1023.
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen.
De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen?
Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.