Geschiedenis en geschiedenisonderwijs staan in het middelpunt van de belangstelling. Over de wijze waarop het onderwijs didactisch zou moeten worden vormgegeven publiceerde het Instituut voor Geschiedenisdidactiek (IVGD) in december 2004 een nieuw handboek. Bij de presentatie van dat boek vond een colloquium plaats over geschiedenisonderwijs en de rol van ‘de canon’ daarin. Het woord werd onder andere gevoerd door Wijnand Mijnhardt, hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, Maria Grever, hoogleraar Theorie en methoden van de maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam, en Arie Wilschut, een van de auteurs van het nieuwe handboek. Hun bijdragen zijn in deze publicatie gebundeld. Een centraal thema in de bijdragen is het onderscheid tussen een ‘canon’ als nationaal opvoedend en vormend richtsnoer, en een chronologisch referentiekader dat de leerbaarheid van het vak verhoogt. De leerbaarheid van geschiedenis staat centraal in de geschiedenisdidactiek. Het bereiken van allerlei vaak hooggestemde doelen die aan geschiedenis worden toegekend is immers afhankelijk van de vraag of en zo ja hoe het vak geleerd kan worden.