In de uitnodiging voor deze les wordt de vraag opgeworpen wat kwartiermaken betekent voor de opleiding tot sociale professional in tijden van materiële en morele onzekerheid. Zygmunt Bauman (2011) spreekt over vloeibare tijden waarin zowel instituties als het individuele leven vloeibaar, dat wil zeggen onzeker zijn. Dat leidt tot enerzijds desintegratie van het sociale leven en een teloorgang van bestaande instituties van
collectief handelen. Van de mens wordt gevraagd flexibel te zijn en zich aan te passen aan de snelheid waarmee het bestaande vervloeit. Daarmee creëren deze vloeibare tijden hun eigen vreemdelingen; hun eigen harde grenzen tussen binnenstaanders en buitenstaanders (Schinkel, 2011). In het slothoofdstuk Utopia
in een tijd van onzekerheid geeft Bauman ons als het ware de opdracht mee om te identificeren wie en wat die harde grenzen doen voortbestaan en om ruimte te geven aan tegenkrachten: de vreemdelingen en buitenstaanders en hun bondgenoten. Om hen te helpen om de druk om te aanvaarden zoals het is, te
weerstaan. Na een persoonlijke inleiding introduceer ik in het navolgende kwartiermaken als een praktijk waarin wordt geprobeerd maatschappelijke contexten van bedoelde en onbedoelde uitsluiting te beïnvloeden. Voor het werken aan gastvrijheid voor vreemdheid zijn filosofische reflecties behulpzaam gebleken. Dat
laat ik zien in het tweede hoofdstuk. Het derde hoofdstuk geeft weer hoe ik aankijk tegen onderzoek en welke thema’s ik bij de kop wil vatten. In het vierde hoofdstuk besluit ik met de opdracht die ik zie voor het onderwijs in deze vloeibare tijden. Tussendoor komt een drietal kwartiermakers aan bod.