Het hoger onderwijs in Nederland is begonnen aan een nieuwe uitdaging. Steeds meer studenten hebben hogere ambities dan het reguliere programma kan waarmaken, en gaan op zoek naar nieuwe uitdagingen. Het motief van de studenten voor dit hoge ambitieniveau varieert van hogere intrinsieke levensdoelen tot een betere kans op de arbeidsmarkt. In het hoger beroepsonderwijs en het universitaire onderwijs ontstaan daarom vele honoursprogramma’s, die studenten de mogelijkheid bieden om deze extra uitdagingen aan te gaan en toe te werken naar professionele excellentie.
De eerste ervaringen met het werken in deze honoursprogramma’s zijn nu opgedaan. Het selecteren van studenten die in de basis potentie hebben om deze uitdagingen aan te gaan, en het begeleiden van deze studenten, van docenten een andere rolopvatting en pedagogische benadering vraagt dan lange tijd gebruikelijk is geweest. Dit boek biedt aan de hand van succesvolle praktijkvoorbeelden, uitkomsten van onderzoeken en praktijkervaringen een handelingskader voor docenten die deze ambitieuze en getalenteerde studenten optimaal willen begeleiden bij het realiseren van hun ambities.
In dit boek worden drie grote thema’s rondom honoursprogramma’s besproken: de kenmerken van talent en de talentontwikkeling gericht op excellente professionals, de inrichting van de leeromgeving in honoursprogramma’s en honours-teaching in de context van honoursprogramma’s. Daarbij worden de rol van leergemeenschappen, de cultuur en kwaliteitsborging toegelicht.
Het boek is primair gericht op docenten uit het hoger onderwijs, maar doordat het een breed spectrum van onderwerpen omvat, kan het ook interessant zijn voor docenten in andere typen onderwijs, leidinggevenden in het onderwijs, beleidsmakers, onderwijskundigen, onderzoekers en anderen die geïnteresseerd zijn in het honoursonderwijs. Docenten kunnen de vele concrete aanwijzingen die de auteurs geven, gemakkelijk inpassen in hun eigen onderwijspraktijk.