In onze digitaliserende wereld leven we voor een groot deel online; om te communiceren, winkelen, werken en studeren. Maar hoe gebruiken we die technologie eigenlijk? En hoe gebruikt die technologie ons? Digitaal vaardige gebruikers worden slechts zelden geconfronteerd met hun technologiegebruik. Onderzoeker en associate lector dr. Veerle Spronck, verbonden aan Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), zette een kunst-onderzoeksproject op om juist die technologiegebruikers aan te zetten tot digitale zelfreflectie.
Wat je leest in dit artikel
Digitale technologieën veranderen ons leven fundamenteel en zijn niet meer weg te denken uit de samenleving. Maar wat zijn de consequenties hiervan en wat staat er op het spel? Daar denkt nauwelijks iemand over na, bijvoorbeeld tijdens het bestellen van een nieuwe outfit. Het artistieke onderzoeksproject ON the LINE zet technologiegebruikers aan tot digitale zelfreflectie. Dat gebeurt op een inspirerende manier: vier verschillende kunstwerken zoeken de verbinding met wetenschap en technologie én zetten bezoekers aan het denken. Associate lector dr. Veerle Spronck vertelt erover.
Over het onderzoek
ON the LINE is een transdisciplinair onderzoek van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), ondersteund door het SIDN fonds, waarin verschillende onderzoekers en kunstenaars samenwerkten met Bibliotheek Neude in Utrecht. Samen maakten ze een expositie van vier kunstwerken waarin burgers werden uitgenodigd om kritisch naar hun technologiegebruik te kijken.
Veerle Spronck is aan de HKU associate lector van het lectoraat Waarde(n)vol Ondernemen in en door de Kunsten. Ze studeerde kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam en promoveerde aan de Universiteit Maastricht op haar etnografische onderzoek Listen Closely: Innovating audience participation in symphonic music. Voor haar lectoraat doet ze onderzoek naar de maatschappelijke waarde en impact van de kunsten.
Spronck: “Ik houd me al sinds mijn PhD bezig met maatschappelijk relevant onderzoek, maar koos heel bewust voor praktijkgericht onderzoek. Ik wil werken met kunstenaars en ontwerpers, om zo een vertaalslag te maken en inzichten te laten landen. Dat gebeurt op hogescholen. ON the LINE is een mooi voorbeeld van een transdisciplinair praktijkgericht onderzoek waarin complexe maatschappelijke vraagstukken zichtbaar worden door kunstwerken die aanzetten tot reflectie.”
Publieke instellingen zoals bibliotheken faciliteren programma’s om burgers digitaal vaardig te maken, bijvoorbeeld door een Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) of een cursus. Maar zo’n cursus is vaak erg specifiek en gericht op een kleine doelgroep, zoals ouderen en kinderen. Veel mensen die al digitaal vaardiger zijn, vallen als het ware tussen wal en schip. Ze worden weinig geconfronteerd met hun technologiegebruik en hun onlineleven, terwijl er ook bij hen nog veel onwetendheid heerst.
Spronck: “Technologie speelt een grote rol in ons leven, maar hoe gebruiken we die? We weten dat veel bigtechbedrijven, zoals Google, Meta Platforms, Netflix en Amazon, uit zijn op winst, en dat technologiegebruik niet gratis is. Maar hoe je dan betaalt, beseffen veel mensen niet. Bovendien betreffen veel gesprekken over digitale vaardigheden vragen als: begrijp je hoe je computer of telefoon werkt? Maar technologiegebruik gaat verder dan dat. Waar vaak weinig ruimte ligt, is de diepere laag: Wie kan je gegevens zien? Hoe onderscheid je nepnieuws? Hoe werkt je TikTok-algoritme? Dat zijn de achterkamers van de technologie. Middels dit project willen we daar bewustzijn voor creëren, en mensen twee keer laten nadenken voor ze iets online plaatsen.”
Aan het einde van het project werden in de grote hal van bibliotheek Neude in Utrecht vier kunstwerken tentoongesteld, elk met een eigen thema. Om dit tot stand te brengen, werd eerst artistiek onderzoek gedaan.
Spronck: “We wisten niet van tevoren wat voor kunstwerken we zouden maken, maar bepaalden dat op basis van onderzoek in de bibliotheek; daar zaten we één dag per week om bezoekers te observeren, collectiebeheerders te spreken en interviews af te nemen. Zo kregen we een goed beeld van het onlineverkeer in de bibliotheek en van de bestaande systemen. Van daaruit borrelden thema’s op. We toetsten die thema’s bij bibliotheekmedewerkers en -bezoekers en maakten kunstwerken die de thema’s centraal stelden.”
Speculatief ontwerper Bertrand Burgers en docent-onderzoeker Martijn van Gessel maakten het werk Pigment. Dat vestigt meer aandacht op AI-ontwikkelingen in de bibliotheek en legt de vooroordelen bloot die uit AI blijken.
Spronck legt uit: “AI is niet objectief, hoewel veel mensen dat denken, maar spiegelt onze normen en waarden. Dat is logisch, want wij hebben het gemaakt. Maar naar welke stemmen luisteren wij? Wie bepaalt het dominante narratief? Kunnen we andere stemmen vinden en daarnaar luisteren? Het kunstwerk Pigment liet bezoekers met een andere blik kijken naar visies op AI.”
“We toonden AI-gegenereerde gedichten waarin verschillende perspectieven op technologie te lezen waren: die van een kind, die van een bij, die van de bibliotheek en die van AI zelf. Dat zette mensen aan het denken. Ze vroegen zich af: wie zijn de experts, naar welke perspectieven luisteren we en naar welke niet?”
Geluidskunstenares Annabel Schouten maakte De Afluisteraar, een analoge afluisterinstallatie die je laat ervaren hoe smartphones ons kunnen horen en data verzamelen. Toen ze met een microfoon door de bibliotheek liep, merkte ze dat dat spanning opriep, terwijl smartphones continu meeluisterden. Dit kunstwerk wil daar meer bewustzijn voor creëren.
Spronck: “We zijn ons minder bewust van het afluistergehalte van technologie, omdat we er niet concreet mee worden geconfronteerd; niet zoals met een camera. Annabel Schouten maakte een installatie waarin je even je telefoon bent; pas dan besef je hoeveel informatie je telefoon dagelijks krijgt.”
Denk bijvoorbeeld aan voicememo’s en (bel)gesprekken die je voert. Via het principe van een bliktelefoon – twee kartonnen bekertjes met een draad ertussen – konden mensen met elkaar praten of een gesprek afluisteren. “Het was herkenbaar en oogde onschuldig. Zo werden bezoekers op een laagdrempelige manier geconfronteerd met de hoeveelheid informatie die ze dagelijks met hun smartphone delen.’’
Leon van Oldenburg en Veerle Spronck maakten samen Technografie: een verzameling kaarten die de technologische systemen in de bibliotheek uitlichten. En Leon van Oldenborgh maakte daarop voortbordurend De Data Automaat. Deze interactieve installatie biedt inzicht in de data-uitwisseling in de bibliotheek.
Spronck: “De technologische infrastructuur in de bibliotheek is langdurig, gratis en veilig te gebruiken. Dat staat in schril contrast met technologie buiten de bibliotheek, want daar betaal je altijd met je data en worden je gegevens vaak doorverkocht. Ons technologiegebruik is in dat opzicht transactioneel: je ruilt je data voor gratis wifi, je krijgt korting met je bonuskaart in ruil voor informatie over je koopgedrag, en bij een pinbetaling ziet het apparaat je naam en bankrekeningnummer.”
Mensen zijn zich hiervan vaak niet bewust. “Door dit kunstwerk werden al deze transacties zichtbaar. Uit ons automaat rolde een lange bon waarop precies te zien was welke data je geeft in ruil voor het gratis gebruik van de diensten van de bibliotheek. Die bon was enorm lang. Dat laat mensen twee keer nadenken alvorens ze verbinding maken met een gratis wifinetwerk.”
ON the LINE zette technologiegebruikers van bibliotheek Neude aan tot digitale zelfreflectie. De kunstwerken creëerden een spanning, waarbij je je afvraagt: wat staat er op het spel, welke rol speelt technologie in ons leven? Deze complexe maatschappelijke vraagstukken zijn relevant. Kunst kan een cruciale rol vervullen bij het beantwoorden daarvan en daagt uit om te reflecteren en (letterlijk) een andere bril op te zetten.
Spronck besluit: “Het mooie van dit praktijkgerichte artistieke onderzoeksproject is dat je het gesprek aangaat met mensen en ze kritisch laat kijken naar hun eigen gedrag. Dat bewerkstelligt maatschappelijke verandering. We hebben laten zien dat kunstwerken daarin een rol kunnen spelen en dus veel bijdragen aan onderzoek. Dit onderzoek zocht de verbinding tussen wetenschap én technologie; dat dit mogelijk is gemaakt in een publieke instelling als de bibliotheek, maakt het des te mooier.”
Meer weten? Veerle Spronck schreef zelf een uitgebreid artikel over dit project. Lees het hier.