Stel je voor: patiënten met hartfalen geven zelf metingen door, bijvoorbeeld over hun gewicht en bloeddruk. Op afstand wordt dan gemonitord of ze hun medicatie in de juiste hoeveelheid gebruiken. Dit klinkt als toekomstmuziek, maar gebeurt al in het hier-en-nu. Hartzorg op afstand maakt de zorg voor patiënten met hartfalen nauwkeuriger, én ze hoeven mogelijk op lange termijn minder regelmatig naar het ziekenhuis. Maar om het écht voor grotere doeleinden uit te rollen, is er ook nog een flinke weg te behandelen. Loes Bulle-Smid, docent-onderzoeker aan de hogeschool Windesheim, vertelt erover.
Met hartzorg op afstand krijgen zorgprofessionals meer gegevens van de werking van medicijnen op patiënten met hartfalen, die een trend laten zien. Dat is positief: hoe vollediger de informatie, hoe preciezer de medicatie afgestemd kan worden. Maar het heeft ook een keerzijde. De patiënt ervaart mogelijk schijnveiligheid waarbij die denkt dat alles continu gemonitord wordt en er aan de bel wordt getrokken bij afwijkingen. Alleen is dat niet het geval.
Hartzorg op afstand wordt op dit moment al op verschillende plekken toegepast, zoals in het Isala ziekenhuis. Maar om het nog breder uit te rollen en meer patiënten op afstand te helpen, moet kennis worden verspreid. Daarom wordt onderzocht wat daarvoor nodig is.
Mensen met de diagnose hartfalen krijgen medicatie om de pompfunctie van het hart te verbeteren. Tijdens de verschillende consulten wordt gecontroleerd of de medicatie aanslaat, of de dosis voldoende is of aangepast moet worden, en hoe de patiënt reageert op de medicatie. De extra mogelijkheid voor de patiënt om ook thuis de metingen te doen die tijdens het consult gebeuren, biedt een completer beeld. “Tijdens een consult kan een patiënt gespannen zijn, waardoor de bloeddruk hoger kan zijn dan normaal. Het kan dan onduidelijk zijn of die hogere bloeddruk is ontstaan door de spanning of door de medicatie. Als de patiënt zelf over een langere periode meet en de gegevens doorgeeft, dan heeft de zorgprofessional een beeld over die periode. Zo worden afwijkingen zichtbaar en kan de medicatie bijgesteld worden. Dat gebeurt dan niet langer op basis van een momentopname, maar met meerdere meetmomenten over de tijd”, legt Loes uit.
Een vraag die direct opkomt: komt er niet te veel eigenaarschap bij de patiënt te liggen? Dat valt mee, vindt Loes. “Patiënten die meedoen aan hartzorg op afstand, kiezen daar bewust voor. Ze krijgen alles thuisgestuurd met uitleg over hoe het werkt. De gemeten data worden ook automatisch doorgestuurd naar de zorgprofessional. Veel foutmarge is er dus niet. Daarnaast wil de zorgprofessional juist het eigenaarschap van de patiënt vergroten, zodat zij leren bij welke waarden ze contact moeten opnemen met het ziekenhuis.” Hoewel gegevens bijna continu beschikbaar zijn voor zorgprofessionals, betekent dat niet dat zij ook 24/7 alles in de gaten houden. “Dat kost veel extra werk, terwijl uit de praktijk is gebleken dat hier geen crisissituaties mee zijn voorkomen. Het gebeurt wel dat patiënten zelf zien dat hun metingen afwijken van de standaard en dat ze zelf bellen. Dat is juist een goede vorm van eigenaarschap. De zorgprofessional heeft dan wel direct de data voorhanden en kan zo goed mogelijk over de vervolgestappen adviseren.”
De belangrijkste randvoorwaarden
Het meten kan bijna niet misgaan en als er hele vreemde cijfers komen dan ziet een professional dit tijdens het consult. Toch voorziet Loes wel een risico in hartzorg op afstand. “Veel patiënten die er al gebruik van maken en die wij spraken voor het onderzoek, vertelden dat zij een gevoel van veiligheid hadden door het gebruik van de metingen. Dat is in eerste instantie positief, maar er mag geen valse veiligheid ontstaan. Patiënten moeten niet afwachten tot de zorg naar hen komt wanneer ze zich niet goed voelen, simpelweg omdat alles toch gemeten wordt. De apparatuur meet namelijk lang niet alles én de metingen worden niet 24/7 uitgelezen. Het behouden van eigen regie blijft onmisbaar, wil hartzorg op afstand goed werken.”
Dat de zorg al zover is dat er hartzorg op afstand verleend kan worden, is voornamelijk positief. Maar de grotere winsten liggen nog in de toekomst. Loes: “Als we kritisch kijken, is dit nog een erg smalle toepassing. Het zou natuurlijk het mooiste zijn als patiënten niet of nauwelijks meer naar het ziekenhuis hoeven te komen. Of als er weldegelijk meer gemonitord wordt dan alleen de werking van medicijnen. We willen bijvoorbeeld toe naar preventie door hartzorg op afstand. Daar moet alleen nog meer onderzoek voor gedaan worden en is nu nog toekomstmuziek.”